Over bamboescheuten, synchroniciteit en afwijzingsproblematiek
Soms gebeuren er ‘rare’ dingen tijdens de procestherapie. Situaties die zo betekenisvol samenkomen dat het geen toeval meer kan zijn. Dit fenomeen heet synchroniciteit en is geformuleerd door Carl Gustav Jung.
Een voorbeeld hiervan is van een cliënt die ik Leo zal noemen. (Hij heeft toestemming gegeven voor publicatie van dit blog.) We zijn bij de kernovertuiging-sessie. De overtuiging is: “Ik schiet tekort” en deze is tijdens de procestherapie al vaker naar voren gekomen. Leo vraagt zich af hoe dat kan. Ik leg uit dat een kernovertuiging geworteld is in je hele systeem en daarom invloed heeft op elk gebied in je leven. Hij komt overal naar boven. Net zoals bamboe. Vanuit de wortels komen overal scheuten op. Bijna niet weg te krijgen. Je moet echt het hele wortelstelsel verwijderen. “Dat is ook toevallig”, roept Leo uit. Ik ben net deze week begonnen om de bamboe uit mijn tuin te verwijderen. Mijn buurvrouw heeft er zo’n last van.” We lachen om de toevallige samenloop van mijn metafoor en het dagelijks leven van Leo, maar er komt nog meer. “Ik heb wel aan de tuinman gevraagd om een stukje bamboe terug te plaatsen.” “Waarom zou je dat doen?” vraag ik, “Dan heb je binnen de kortste keren hetzelfde probleem.” “Nee, hij verpakt het in plastic zodat de wortels niet verder kunnen gaan. Ik vind bamboe zo mooi! Mijn intuïtie zegt dat ik dit onderwerp niet los moet laten en ik vraag: “Waarom zou je een stukje van je kernovertuiging terug willen zetten?” Leo kijkt me verbaasd en een beetje geïrriteerd aan: “Ik heb het over bamboe!” “En ik heb het over jouw kernovertuiging. Mijn metafoor en jouw dagelijks leven sluiten zo precies op elkaar aan dat ik de neiging heb dit verder te onderzoeken, vind je dat goed?” “Ja hoor.” “Dan vraag ik je nu wat er het voordeel van is als je je kernovertuiging voor een deel terug plaatst.” “Dan blijf ik bescheiden. Bescheidenheid is een belangrijke waarde die ik van mijn moeder heb meegekregen.” (Bingo!) “Dus als je je bescheidenheid kwijt zou raken – en waarom zou dat gebeuren als je een lading weghaalt? – dan zou je moeder je afwijzen.” “Ja, waarschijnlijk wel.” “Ben je daarom ook boos op je moeder?” “Ja, want ik mag mezelf niet zijn.” “Nee, want je moet bescheiden zijn. Herken je dan dat je opstandig wordt?” “Ja.” “En is het dan misschien zo dat je vanuit dit soort opstandigheid een stukje bamboe terug wilt plaatsen?” “Ja! Dat klopt!” “Daardoor creëer je afwijzing, want je buurvrouw wordt boos op je als je dat doet. En dus is dan je kernovertuiging er niet onderuit. Je doet het net niet helemaal goed en schiet tekort.” “Ja, maar ik begrijp de link niet met het verliezen van mijn bescheidenheid.” “Als jij de overtuiging kwijtraakt dat je tekort schiet, wat doe je dan?” “Dan doe ik het goed.” “Klopt, en als je het goed doet dan zou je weleens naast je schoenen kunnen gaan lopen en dan wordt je moeder boos. Dus wat je ook doet, in jouw optiek, je doet het niet goed: als je de bamboe terugzet creëer je afwijzing, als je het niet terugzet creëer je ook afwijzing want dan schiet je niet meer tekort en verlies je je bescheidenheid, terwijl dat natuurlijk helemaal niet het geval hoeft te zijn. Zou je niet zelf willen kunnen kiezen wat je wilt doen?” “Ja, je hebt gelijk! Ik bel zo mijn tuinman dat hij dat plastic niet mee hoeft te nemen.” We vermengen de lading, waarmee de kernovertuiging verbonden is, in het gevoelscentrum in de buik (althans, dat dachten we…).
Een maand later zie ik Leo voor de afsluitende sessie. Hij vertelt over zijn werk en ik hoor dat hij nog afwijzing creëert. Ik vraag daarom hoe het met de bamboe is. “Goed,” zegt Leo, “Het is helemaal weg uit mijn tuin, er kwam later nog een scheut op maar die heb ik er ook met wortel en al uit geschept.” “Ik vraag dit omdat ik nog afwijzing hoor.” “Nou, om eerlijk te zijn: ik heb wel één scheut in een bloempot gezet.” “Oh, vandaar!” “Ja, maar ik vind bamboe zo mooi!” “Oké, waar staat die bamboe dan symbool voor?” “Voor mijn roots (ook weer wortels) in Afrika. Daar heb ik als kind jaren gewoond. Daar voelde ik me zo vrij. Bamboe staat ook voor vrijheid.” Ik wil de symboliek loskoppelen van de plant en zeg: “Maar bamboe groeit helemaal niet in Afrika. Welke Afrikaanse plant zou je in plaats daarvan in je tuin kunnen zetten?” “Maar doe ik dan niet hetzelfde?” “Nee, want je hebt de koppeling met bamboe en niet met een andere plant.” “Klopt, ik was helemaal gefascineerd door die bamboe door de snelle groei en verrukt van iedere nieuwe spruit die binnen de kortste keren 4 meter hoog was, maar op een gegeven moment voelde ik me erdoor overweldigd, alsof ik zelf werd overwoekerd.” “Ja, de bamboe schoot niet tekort, zoals jij, dat wilde jij ook, maar hij schoot door en dat wilde je niet! “Ik ga trouwens binnenkort naar Afrika, naar de plek waar ik heb gewoond.” “Wat leuk! Waarom neem je dan niet een stekje mee van een plant die je mooi vindt en die niet zo woekert.” “Dat is een goed idee.”
De lading van de kernovertuiging is de vorige keer dus nog niet geneutraliseerd. Onbewust heeft het ego vermenging van deze lading tegengehouden. Het gevoelscentrum gaat niet tegen het ego in. Op het moment dat we de lading willen vermengen in het gevoelscentrum wordt de reden hiervan nog duidelijker. Leo is bang dat hij dan alleen maar moet presteren, dat hij als het ware doorschiet. “Emotieve Therapie zorgt ervoor dat je je keuzemogelijkheden terugkrijgt,” leg ik uit. “Dat betekent dat je kunt kiezen of je wel of niet presteert, dan kun je het er dus ook een keer bij laten zitten. Gun je dat jezelf?” “Ja, dat gun ik mezelf.”
De kernovertuiging kan nu vermengd worden. De afsluitende sessie moet nog een maandje wachten.