De (on)macht van woorden
Volgens een onderzoek van Albert Mehrabian bestaat slechts 7% van onze communicatie over emoties en opvattingen uit de gesproken woorden. 55% van de communicatie op dit gebied betreft lichaamstaal en 38% de tonaliteit (= intonatie, volume, klank en ritme) waarmee de woorden worden uitgesproken. Deze percentages zijn vaak verkeerd geïnterpreteerd en gegeneraliseerd door anderen door ze te stellen voor alle communicatie, maar van belang is dat het alleen de communicatie over emoties en opvattingen betreft.
Daar hebben we als therapeut dus wel mee te dealen, want tijdens de sessies hebben we het natuurlijk vooral over de emoties en opvattingen van de cliënt.
Als de gesproken woorden niet overeen komen met de lichaamstaal en de tonaliteit dan spreken we over incongruentie. Iemand zegt bijvoorbeeld met een boos gezicht en zijn handen in zijn zij ‘Ik hou van je’. Een ander zegt lachend dat ze verdrietig is. Moeder zegt met stemverheffing dat ze niet boos is maar verdrietig. Dit zijn dubbele boodschappen die voor kinderen (en volwassenen) natuurlijk moeilijk te begrijpen zijn. En dus soms ook voor therapeuten.
Incongruentie ontstaat wanneer het ego een oordeel heeft over de eigen gevoelens. De meeste ego’s vinden het niet leuk om kwetsbaar of angstig te zijn of dat ze steeds in de slachtofferrol zitten.
Naast het ego hebben we ook allemaal onze innerlijke critici. Dit zijn de geïnternaliseerde stemmen van onze ouders of verzorgers. Deze stemmen vertellen ons de hele dag wat we wel of niet mogen en moeten. Ze veroordelen ons en halen daarmee ons ego onderuit, die zich daar weer tegen moet verzetten. Knap ingewikkeld allemaal en een broedplaats voor incongruentie.
Om iemands werkelijke emoties te kunnen leren kennen, moeten we dus niet bij het ego (het denken) zijn. Het lichaam kan ons hier veel meer over vertellen. In de Emotieve Therapie vragen we de gevoelens en de daarbij behorende woorden om die reden uit via het lichaam. De cliënt verbindt zich met de plek in het lichaam waar hij bijvoorbeeld spanning, pijn of verkramping (lading) voelt en laat de emotie en de bijbehorende woorden als het ware uit die plek in zich opkomen. Die woorden zijn anders dan als hij ze zou bedenken. Het kan ook zijn dat er geen woorden komen. In dat geval is de lading ontstaan op het moment dat het kind nog geen of onvoldoende woorden tot zijn beschikking had. Zo’n lading noemen we een Sfeer en vanuit een Sfeer ontwikkelt iemand hoogsensitiviteit en een analytisch ego. Maar hierover meer in een ander blog.
Je zou kunnen zeggen dat woorden die gesproken zijn vanuit het ego onmachtig zijn om emoties te beschrijven en over te brengen op anderen. Het voelt onecht want de woorden worden gezegd vanuit het hoofd en niet vanuit het gevoel. Dit kan het onderlinge vertrouwen tussen personen beschadigen.
De woorden van de innerlijke critici hebben wel macht. Ze hebben de macht om onze eigenwaarde te ondermijnen. Niet alleen die van ons, maar ook die van anderen. Als ik vanuit mijn eigen innerlijke critici tegen mezelf zeg dat ik dom ben, kan ik dit onbewust projecteren op mijn kinderen, die zich daarom zelf dom gaan voelen. Daarmee word ik de innerlijke criticus van mijn kinderen.
Woorden hebben ook de macht om onze eigen werkelijkheid te creëren. Als ik bijvoorbeeld steeds tegen mezelf zeg dat ik dom ben, dan zal ik bepaalde taken vermijden omdat ik denk dat ik ze niet kan. Daarmee bevestig ik iedere keer mijn vermeende domheid. Mijn ego krijgt dan ook niet de ervaring dat ik het wel kan.
Als ik het gevoel zou hebben dat ik niet waardevol ben, dan kan ik problemen krijgen op bijvoorbeeld financieel gebied. Als therapeut zou ik dan moeite kunnen hebben om voldoende cliënten te krijgen of een reële prijs voor mijn diensten te vragen. Ik ben het immers niet waard. Daarmee bevestig ik iedere keer de negatieve oordelen over mijzelf.
Ook met gegeneraliseerde woorden als ‘altijd’, ‘nooit’, ‘iedereen’, ‘niemand’ etc. creëren we een beperkte werkelijkheid voor onszelf.
Tijdens een van de sessies binnen de emotieve procestherapie vallen we de innerlijke critici aan en buigen ze om naar liefdevolle verbinding. We begeleiden de cliënt er tijdens het gehele proces ook bij om zich bewust te worden van zijn beperkende overtuigingen. Daarnaast vermengen we de ladingen in het gevoelscentrum in de buik. De verbinding van de cliënt met zichzelf herstelt zich en daarmee kan hij congruent worden. Denken, voelen en doen komen met elkaar op één lijn. We kunnen dan ook bevestigende woorden en gedragingen gaan inzetten om ons ego nieuwe positieve ervaringen te laten opdoen. We krijgen onze keuzemogelijkheden terug, waardoor we in staat zijn om ons te manifesteren op een manier die werkelijk bij ons past.