Beperkte werkelijkheid
Een oude buurvrouw van mij is opgegroeid in nazi-Duitsland. Ik zal haar Ilse noemen. Toen de oorlog uitbrak was ze pas 7 jaar. In de jaren daarvoor was er natuurlijk al sprake van propaganda, indoctrinatie etc.
Wat gebeurt er dan met je? Voor haar was het normaal. De dingen die haar geleerd werden op school, waren waarheid. Overal werd uitgedragen dat Duitsland de beste was en de grootste moest worden, maar ook dat er daarvoor andere mensen en landen moesten wijken. Joden, zigeuners en een heleboel andere groepen werden bestempeld als slecht en als de oorzaak van alle problemen. De oudste broer en zus van Ilse zaten bij de Hitlerjugend, ook dat was normaal. Net zo gewoon als dat kinderen nu bijvoorbeeld naar scouting gaan. Ilse was nog te jong, anders had zij ook bij de Hitlerjugend gezeten. Haar broer en zus vonden het leuk. Het was spannend, inderdaad net een soort padvinderij.
Haar ouders kenden natuurlijk andere tijden waarin de extreme ideeën van het nazisme nog geen rol speelden. Ze waren het dan ook niet eens met deze ideeën. Maar ja, zeg dat maar eens tegen je kind van zeven. Die zou dan op school gaan rondbazuinen dat papa Hitler een hele gemene man vond die heel veel mensen doodmaakte. De kans dat papa in de gevangenis of in een of ander kamp terecht zou komen, was dan groot geweest. Dus hielden haar ouders hun mond, waardoor de maatschappelijke imprint van het nazisme zijn werk kon doen. Voor Ilse was het simpelweg de waarheid. Stel dat Duitsland de oorlog toen had gewonnen en er waren een paar generaties overheen gegaan. Zouden deze ideeën dan niet voor ons allemaal de waarheid zijn geworden? Herman van Veen heeft daar een mooi liedje over geschreven ‘’Als het net even anders was gegaan”. Maar Duitsland heeft de oorlog verloren en de winnaars schrijven de geschiedenis vanuit hun oogpunt. Is dat dan de waarheid?
Later hoorde Ilse van de verschrikkingen die Hitler had veroorzaakt. Haar eerste reactie was ongeloof en daarna shock. Een compleet en veilig wereldbeeld stortte letterlijk ineen. Wie kun je dan nog geloven? Kun je dan nog iemand vertrouwen? Voor Ilse heeft het zo uitgewerkt dat ze niemand meer gelooft. Als ze naar belangrijke wereldgebeurtenissen op het journaal kijkt, volgt ze ook het nieuws uit andere landen, om daarmee een soort eigen waarheid te kunnen samenstellen. Ze heeft het vaak over haar eigen waarheid, onafhankelijk van het onderwerp. Eigenlijk mag niemand aan haar waarheid komen, want dan doet ze het af met de woorden: “Dat is jouw waarheid, dit is de mijne.” Ze accepteert dus dat de ander een andere waarheid heeft dan zij maar niet als iemand aan de hare wil tornen, waardoor ze het moeilijk vindt om open te staan voor nieuwe ideeën. Ze is bang om weer belazerd te worden. Dit is versterkt na het stukgaan van haar huwelijk. Haar man werd verliefd op een andere vrouw. En daarmee creëert ze een beperkte werkelijkheid, namelijk dat niemand te vertrouwen is, dat andere mensen je belazeren en dat ze alleen op zichzelf kan vertrouwen. Dat maakt eenzaam, dat maakt dat je je afsluit, dat maakt het heel moeilijk om je nog met een ander te verbinden. En niet alleen zij heeft een beperkte werkelijkheid gecreëerd, de nazi’s hadden dat ook al en de winnaars van de oorlog creëerden ook hun eigen beperkte werkelijkheid waarop ze de geschiedenis baseerden.
Ilse heeft dus ladingen op het thema vertrouwen. Een van de kenmerken van een lading is dat die je vasthoudt in een beperkte werkelijkheid. Als ze deze ladingen zou willen neutraliseren in haar gevoelscentrum, dan zou ze weer de keuze kunnen ervaren of ze iemand wel of niet vertrouwt, dan kan ze weer open gaan en nieuwe mensen en ideeën toelaten in haar leven. Hoe houdt iemand zijn beperkte werkelijkheid in stand? Door generalisatie, weglating en vervorming. Alle Duitsers, Joden, zigeuners, mannen etc. zijn niet te vertrouwen. Dit is een generalisatie waarbij je degenen weglaat die wel te vertrouwen zijn. Mocht je die toevallig toch tegenkomen dan kun je dat weer vervormen: Hij lijkt wel te vertrouwen, maar dat kan niet, je kunt erop wachten dat zijn ware aard naar boven komt. En maakt iemand dan per ongeluk een kleine misstap dan kun je zeggen: “Zie je wel, hij is niet te vertrouwen, ik wist het wel.” En dan klopt je beperkte wereldbeeld weer.